Tijdens ons verblijf aan boord zullen we de meeste tijd ergens voor anker liggen, zonder de luxe van een walaansluiting voor de elektriciteit. Ook onderweg, tijdens langere tochten, hebben we stroom nodig voor onze instrumenten en de verlichting. Op ons dek bevinden zich daarvoor zonnepanelen, maar de capaciteit hiervan is beperkt. Daarom installeerden we 2 extra panelen aan weerszijden van het achterschip, elk paneel heeft een capaciteit van 110 Wp, waarmee de totale capaciteit – inclusief de dekpanelen – wordt verdubbeld tot ca. 445 Wp.
Voor het bevestigen van de panelen hebben we gebruik gemaakt van RVS buizen en koppelingen, zoals die ook gebruikt worden bij buiskappen. De panelen kunnen aan de bovenzijde scharnieren en daarmee zo goed mogelijk op de zon worden gericht.
Het doorvoeren van de solarkabels – van buiten naar binnen – vroeg om extra aandacht, zodat hier geen water door naar binnen kan of in het hout van de romp kan dringen. We gebruiken hiervoor de ‘drill-fill-drill’ methode. Eerst boor je een gat in de romp met een wat grotere diameter dan voor de kabels nodig is. Dit gat vul je op met epoxy. De volgende dag, als de epoxy goed is uitgehard, boor je daarin een iets kleiner gat. Hierdoor kan er nooit water via het gat in het hout dringen.
Het verder doorvoeren van de kabels naar de MPPT-regelaar bij de accu’s vereiste nogal wat ‘boot-yoga’. Maar goed, als je direct vanaf het moment dat de aansluiting een feit is de opbrengst kunt zien, is dat alweer vergeten 🙂
